Logos Multilingual Portal

Select Language



Miguel de Unamuno (1864 – 1936)  

Spanish philosophical writer, of Basque descent, b. Bilbao

The chief Spanish philosopher of his time, he was professor of Greek at the Univ. of Salamanca and later rector there. His criticism of the monarchy and especially of the dictator Miguel Primo de Rivera caused his removal from the university in 1920 and his exile from Spain (1924–30), but with the establishment of the republic (1931), he was reinstated as rector. At first a supporter of the republic, he became critical of it and sided briefly (1936) with the rebels, only to rebuke them sharply just before his death. In his chief work, Del sentimiento trágico de la vida en los hombres y los pueblos (1913; Bollingen Series tr., The Tragic Sense of Life in Men and Nations, 1968), he expresses his highly individualistic philosophy—one of faith in faith itself, not in any affirmation or denial of faith. Other important volumes are La vida de don Quijote y Sancho (1905; Bollingen Series tr., Our Lord Don Quixote, 1958–59) and La Agonía del cristianismo (1925; Bollingen Series tr., The Agony of Christianity, 1973). His poetry, as serious as his essays, includes Poesías (1907), Rosario de sonetos líricos (1911), and El Cristo de Velázquez (1920). His novels also express his impassioned concern with life and death; they are Niebla (1914; tr. Mist, 1928), Tres novelas ejemplares y un prólogo (1920; tr. Three Exemplary Novels and a Prologue, 1930), and La tía Tula (1921). His complete works were published in Spanish in 1951–52.


de ergste vorm van onverdraagzaamheid is die, welke men rede noemt
de hoogste graad van heldhaftigheid die een mens, zowel als een volk, kan bereiken, is te weten hoe het belachelijk maken te weerstaan
de mens schreeuwt om de ander niet te horen
de spiriituele gierigheid van hen die, iets wetend, er niets aan doen om deze kennis te verbreiden, is verwerpelijk
de tevredenen en gelukkigen beminnen niet, zij vallen gewoonlijk in slaap
de wetenschap is een begraafplaats van dode ideën
een van de voordelen van niet gelukkig zijn is te kunnen hunkeren naar geluk
geloven is scheppen
het is niet ongewoon een dief te ontmoeten die tegen diefstal is
het is voor mij een gewetenszaak om uit te zoeken waar de waarheid in het leven en waar het leven in de waarheid is
hij staat niet sterk omdat hij niet voldoende heeft getwijfeld en tot conclusies wilde komen
iedere goede daad is een uiting van macht
mode, ofwel, de eentonigheid van verandering
taal is niet het omhulsel van de gedachte, maar de gedachte zelf
talen leven, net als religies, dankzij de ketters
wanneer een mens, slapend en onbeweeglijk in bed, iets droomt, wat is dan werkelijker: hij, als slapende consciëntie, of de droom zelf
wanneer iemand die ons droomt sterft, sterft een deel van ons
wat is de wereld anders dan de droom die wij allen dromen, de gemeenschappelijke droom?